31. Twee dames

Joseph en ik waren ongeveer een uur bezig met mijn spullen toen er hard aan de bel werd getrokken.
‘Moet ik opendoen?’ vroeg Joseph.
‘Doe maar,’ zei ik. Ik vroeg me af wie er kon zijn op dit tijdstip. Dat het Marguerite was, durfde ik niet geloven.
‘Meneer,’ zei Joseph toen hij weer binnenkwam, ‘het zijn twee dames.’
‘Wij zijn het,’ riep een stem.
Prudence!
Ik liep mijn slaapkamer uit.
Prudence stond mijn schaarse spulletjes te bekijken. Marguerite zat peinzend op mijn canapé.
Ik ging naar binnen, liep op haar toe, knielde, pakte haar beide handen en stamelde helemaal geëmotioneerd: ‘Vergeef me.’
Ze kuste me op het voorhoofd, en zei: ‘Dat is al de derde keer dat ik je vergeef.’
‘Ik was van plan morgen weg te gaan uit Parijs.’
‘En kan mijn visite je van plan doen veranderen? Ik ben hier niet om je tegen te houden. Ik kom omdat ik vandaag geen tijd had om je brief te beantwoorden en ik wilde niet dat je zou denken dat ik nog boos was. Prudence was er ook niet voor dat ik hierheen zou komen. Ze dacht dat ik misschien ongelegen zou komen.'
‘Ongelegen? Jij, Marguerite? Hoe zou dat kunnen?’
‘Ja god, stel dat er een vrouw bij u was,’ zei Prudence, ‘dat zou ze niet leuk hebben gevonden als daar ineens twee andere dames aan de deur stonden.’
Toen Prudence dat zei, keek Marguerite me aandachtig aan.
‘Mijn lieve Prudence,’ zei ik, ‘je weet niet wat je zegt.’
‘Een leuk appartement hebt u,’ zei Prudence. 'Mogen we uw slaapkamer zien?’
‘Ja.’
Prudence liep mijn slaapkamer binnen, niet echt uit nieuwsgierigheid, maar om haar stommiteit te verbergen en ook om ons samen te laten, Marguerite en mij.
‘Waarom heb je Prudence meegebracht?’ zei ik.
‘We waren samen uit,’ zei ze. ‘En trouwens, ik wilde graag dat er iemand bij me is als we hier weggaan.’
‘Ben ik er dan niet?’
‘Ja, ja, maar ik wilde je niet lastig vallen, en bovendien, als je me naar huis brengt, denk ik dat je me vraagt of je mee naar binnen mag. En daar kan ik niet ja op zeggen, en ik was bang dat je dan naar huis zou gaan en boos op me zou zijn over de weigering.’
‘En waarom kun je me niet ontvangen?’
‘Ik wordt nauwlettend in de gaten gehouden en de minste verdenking zou me in grote problemen kunnen brengen.’
‘Alleen om die reden?’
‘Als er nog een reden was, zou ik je dat zeggen. We zijn het stadium voorbij dat we geheimen voor elkaar kunnen hebben.’
‘Ach, Marguerite, alsjeblieft, laten we het niet ingewikkelder maken van nodig is. Gewoon eerlijk, houd je een beetje van me?’
‘Heel veel.’
‘Maar waarom bedrieg je me dan?’
‘Luister, mijn vriend, als ik mevrouw de hertogin van Dit of Dat was, of als ik tweehonderdduizend franc rente had, als ik dan je maîtresse was en ik hield er naast jou een andere minnaar op na, dan zou je het recht hebben me te vragen waarom ik je bedrieg. Maar ik ben alleen maar Marguerite Gautier en ik heb veertigduizend franc aan schulden en verder niets, en ik geeft honderdduizend per jaar uit, je vraag slaat nergens op en het heeft geen zin je te antwoorden.’
‘Je hebt gelijk,’ zei ik, en ik legde mijn hoofd op haar knieën, ‘maar ik ben totaal gek op je.’
‘Tja, mijn vriend, je moet een beetje minder van me houden of me een beetje beter begrijpen. Je brief heeft me een boel verdriet gedaan. Als ik mijn handen vrij had, dan zou ik de graaf eergisteren helemaal niet hebben ontvangen, of, als ik hem wel had ontvangen, dan zou ik je om vergeving hebben gevraagd zoals jij mij zo-even vergeving vroeg. En ik zou voortaan geen andere minnaar hebben dan jou. Ik dacht een moment dat ik mezelf dat geluk zes maanden zou kunnen permitteren, maar jij wilde dat niet. Jij wilde per se weten waar ik de middelen vandaan haalde, tja, en die middelen, dat was niet moeilijk te raden! Het was een heel groot offer dat ik bracht door het over die boeg te gooien. Ik had ook tegen jou kunnen zeggen: “Ik heb twintigduizend franc nodig.” Je was verliefd en je zou ze hebben gevonden, met het risico dat je me dat later zou verwijten. Ik wilde vermijden dat ik je iets verplicht ben. Dat was fijngevoeligheid, maar jij begreep dat niet. Mijn soort meisjes, wij geven, als we nog een beetje gevoel hebben, aan woorden en daden soms meer betekenis dan andere vrouwen. Ik zeg je dus nog een keer dat voor Marguerite Gautier het middel dat ze vond om haar schulden te betalen zonder een beroep op jou te doen iets was wat van jou de fijngevoeligheid zou vergen om er van te profiteren zonder er iets over te zeggen. Als je me vandaag pas had leren kennen, zou je zo gelukkig zijn over wat ik je in het vooruitzicht stel dat het niet in je op zou komen om te vragen wat ik eergisteren heb gedaan. Soms zijn we gedwongen iets wat ons hart begeert te kopen ten koste van ons lichaam, en daar hebben we verdriet van. En dat verdriet wordt er niet minder op als dat hartsverlangen ons ook nog ontgaat.’

[Verder lezen]

Reacties

Populaire posts van deze blog

1. Een veiling

3. Marguerite Gautier

2. Het boudoir van een lichte vrouw