55. Epiloog
‘Heb je het gelezen?’ zei Armand toen ik Julies manuscript uit had. ‘Als het allemaal echt zo is gegaan, mijn vriend,’ zei ik, ‘dan begrijp ik wat een verdriet je hebt gehad.’ ‘Mijn vader heeft het me bevestigd in een brief.’ We praatten nog even na over al deze noodlottige gebeurtenissen en daarna ging ik naar huis om uit te rusten. Armand was nog steeds droevig gestemd, maar ook opgelucht doordat hij zijn verhaal had gedaan, en hij herstelde goed. We gingen samen op visite bij Prudence en bij Julie Duprat. Prudence was onlangs failliet gegaan. Ze zei dat het de schuld was van Marguerite. Ze had haar tijdens haar ziekte veel geld geleend, zei ze, en ze was daarvoor leningen aangegaan die ze niet kon afbetalen. Marguerite was gestorven zonder dat ze haar had terugbetaald, en er waren geen kwitanties die bewezen dat ze Prudence geld schuldig was. Met dit verhaal - waarmee ze zich overigens overal probeerde te rechtvaardigen - ontfutselde ze Armand een biljet van duizend franc. Arm