23. Verliefd

Toen Armand zo ver was met zijn verhaal, stopte hij.
‘Wil je het raam dichtdoen?’ vroeg hij. ‘Ik begin het koud te krijgen. Ik kruip even in bed.’
Ik deed het raam dicht. Armand, die nog heel zwak was, deed zijn kamerjas uit en ging in bed liggen. Een paar ogenblikken liet hij zijn hoofd op het kussen rusten, als iemand die moe is van een lang stuk hardlopen of die ten prooi is aan pijnlijke herinneringen.
‘Je hebt misschien teveel gepraat,’ zei ik. ‘Zal ik weggaan, zodat je kunt slapen? Je kunt me de rest van het verhaal later wel een keer vertellen.’
‘Heb je er genoeg van?’
‘In tegendeel.’
‘Dan ga ik verder. Als je nu weg gaat, slaap ik toch niet.’

Toen ik thuis kwam, ging hij verder, zonder hapering, zo scherp stonden hem alle gebeurtenissen nog voor de geest, toen ik thuiskwam, ging ik niet naar bed. Ik begon na te denken over het avontuur dat ik had beleefd. De ontmoeting, de kennismaking, Marguerites belofte, alles was zo snel gegaan, zo onverwacht, dat er momenten waren dat ik dacht dat ik had gedroomd. Toch was dit niet de eerste keer natuurlijk dat een vrouw als Marguerite zichzelf beloofde aan een man voor de dag nadat hij haar had gevraagd.
Maar ook al wist ik dat, de eerste indruk die mijn toekomstige maîtresse op me had gemaakt was zo sterk dat ik nog steeds onder de indruk was. Ik bleef koppig weigeren haar te zien als een meisje als de anderen. Met die typisch mannelijke zelfingenomenheid was ik ervan overtuigd dat zij zich, of ze wilde of niet, net zo krachtig voelde aangetrokken tot mij als ik tot haar.
Toch waren er natuurlijk heel wat bewijzen van het tegendeel, en ik had vaak genoeg gehoord dat de liefde van Marguerite op de grondstoffenmarkt duurder of goedkoper was al naar het seizoen.
Maar aan de andere kant, hoe was die reputatie te rijmen met de voortdurende afwijzing van de jonge graaf die we bij haar hadden aangetroffen? Ja, zul je zeggen, ze had een hekel aan hem, en de hertog was zo vrijgevig dat ze het zich kon permitteren als extra minnaar iemand te nemen die ze aardig vond. Maar in dat geval, waarom koos ze dan niet voor Gaston, die charmant was, geestig, rijk… Waarom leek ze te kiezen voor mij, die ze bij de eerste ontmoeting belachelijk had gevonden?
Het is natuurlijk wel zo dat één gebeurtenis soms meer effect heeft dan een jaar van hofmakerij. En van degenen die bij dat avondmaal aanwezig waren, was ik de enige die zich ongerust had gemaakt toen ze van tafel ging. Ik was haar achterna gegaan. Ik had niet kunnen verbergen hoe ongerust ik was. Ik had tranen geplengd toen ik haar de hand kuste. Dat en de bezoekjes die ik haar dagelijks had gebracht tijdens de maanden van haar ziekte, misschien was ze daardoor in mij een man gaan zien die anders was dan de mannen die ze tot dan toe had gekend. Misschien dacht ze wel dat ze voor iemand die zo verliefd was als ik best kon doen wat ze al zo vaak had gedaan, misschien maakte het haar al niet veel meer uit.
Je ziet wel, allemaal veronderstellingen die best voor de hand liggen. Maar wat ook de reden was waarom ze me had aanvaard, zeker was dát ze dat had gedaan.
En nu was ik verliefd op Marguerite, en ik zou haar krijgen, meer kon ik haar niet vragen. En toch, ik zeg het je nog maar een keer, ze was misschien gewoon een meisje dat leefde met minnaars, ik had van mijn liefde voor haar - misschien geromantiseerd - zozeer een hopeloze liefde gemaakt, dat ik, naarmate het moment naderde dat hoop helemaal niet meer aan de orde was, steeds meer begon te twijfelen.
Ik deed die nacht geen oog dicht. Ik kende mezelf niet terug. Ik was halfgek. Dan weer dacht ik dat ik niet knap genoeg was, niet rijk genoeg, niet elegant genoeg voor zo’n vrouw; dan weer zwol ik op van ijdelheid om deze verovering; en weer een ogenblik later werd ik bevangen door angst dat ik voor Marguerite niet meer dan een gril was, en zei ik bij mezelf dat ze het waarschijnlijk onmiddellijk weer uit zou maken, dat ik die avond maar beter niet naar haar toe kon gaan, dat ik het best kon vertrekken en haar een briefje schrijven waarin ik haar mijn angst uitlegde. Maar weer later was ik ten prooi aan grenzeloze verwachtingen, en had ik een rotsvast vertrouwen. Ik had toekomstdromen die alle perken te buiten gingen. Ik dacht dat ik dit meisje zowel lichamelijk als moreel kon genezen, dan we ons leven samen zouden doorbrengen en dat haar liefde me gelukkiger zou maken dan de liefde van welk maagdelijk meisje ook.

Nou ja, je kunt je niet voorstellen hoeveel gedachten mij uit het hart naar het hoofd stegen en pas begonnen uit te doven toen, ik tegen de ochtend in slaap viel.

Toen ik wakker werd, was het twee uur ‘s middags. Het was prachtig weer. Mijn leven had me nog nooit zo mooi geleken, zo vervuld. Herinneringen aan de vorige dag drongen zich aan me op, schaduwloos, zonder obstakels, begeleid door blijde verwachtingen voor die avond. Haastig kleedde ik me. Ik was tevreden en voelde me tot alles in staat. Van tijd tot tijd maakte mijn hart sprongetjes van vreugde en van liefde. Ik was bevangen door een zoete koorts. Ik piekerde niet meer zoals voor ik in slaap viel. Ik zag alleen nog maar het resultaat, ik dacht alleen nog maar aan het moment dat ik Marguerite weer zou zien.
Ik had geen rust om thuis te blijven. Mijn kamer leek te klein voor mijn blijdschap. Ik had de hele natuur nodig voor mijn gevoelens.
Ik ging uit.
Ik liep door de rue d’Antin. Marguerites koets stond voor de deur. Ik wandelde richting Champs Elysées. Ik was vervuld van mensenliefde voor iedere onbekende die ik tegenkwam.
Wat maakt de liefde een goed mens van je!
Een uur lang wandelde ik heen en weer tussen de paarden van Marly[1] op het Place de la Concorde en de rotonde van de Champs Elysées, tot ik in de verte het rijtuig van Marguerite zag. Ik herkende haar niet. Ik raadde dat ze erin zat. Op het moment dat het rijtuig de bocht nam naar de Champs Elysées liet ze het stoppen en een grote jongeman maakte zich los uit een groep waar hij stond te discussiëren, om een praatje met haar te maken.
Het duurde maar even. De jongeman voegde zich weer bij zijn vrienden, de paarden zetten zich in beweging. Ik was dichterbij gekomen, en ik herkende in de jongeman de graaf de G… die ik kende van een portret, en van wie Prudence me had verteld dat Marguerite haar positie in de wereld aan hem te danken had.
Hij was degene die ze niet had willen binnenlaten, de avond tevoren. Ik dacht dat ze haar rijtuig had laten stilhouden om hem uit te leggen waarom ze hem niet had willen ontvangen, maar ik hoopte ook dat ze een of ander nieuw voorwendsel had gevonden waarom hij de volgende avond weer niet welkom zou zijn.

[Verder lezen]

Reacties

Populaire posts van deze blog

1. Een veiling

3. Marguerite Gautier

2. Het boudoir van een lichte vrouw